Gemeente Delft | Jaarstukken 2021
  • Menu
  • Zoeken
Jaarverslag
  • Inleiding
  • Samenstelling van het bestuur
  • Het jaar 2021 in één oogopslag
  • Financieel resultaat 2021
  • Financiële positie
  • Rechtmatigheid
  • Investeringen
  • Verloop reserves en voorzieningen
  • Staat van de gemeente
Programma-verantwoording
  • Duurzaam Delft
  • Bereikbare en leefbare stad
  • Goed wonen
  • Schone en veilige stad
  • Sterk en sociaal
  • Solide maatschappelijke basis
  • Economische zelfstandigheid
  • Stad in bedrijf
  • Stad en bestuur
  • Raad
Algemene dekkings-middelen en Overhead
  • Financieel gezonde gemeente
  • Overhead
Paragrafen
  • Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  • Grondbeleid
  • Onderhoud kapitaalgoederen
  • Financiering
  • Bedrijfsvoering
  • Verbonden partijen en subsidies
  • Lokale heffingen
Jaarrekening
  • Balans per 31 december 2021
  • Balans per 31 december 2021
  • Overzicht van baten en lasten
  • Toelichting op de jaarrekening
  • Verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen
  • Overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld
Overige gegevens
  • Voorstel tot bestemming van het resultaat
  • Home
  • Paragrafen
  • Financiering

Financiering

Kaders en beleid

Bij het aantrekken van financiële middelen streven we naar zo laag mogelijke financieringskosten. Dit bereiken we doordat we, bij het aangaan van leningen met een looptijd langer dan 1 jaar, altijd ten minste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen opvragen.

Daarnaast volgen we de normen voor het beheersen van het renterisico, zoals bepaald in de wet Financiering Decentrale Overheden (renterisiconorm, kasgeldlimiet). Het risicobeheer van de leningenportefeuille is gebaseerd op het beperken van de risico’s die verbonden zijn aan de financieringsfunctie, zoals rente-, koers- en kredietrisico’s. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties bedingen we, indien mogelijk, zekerheden.

Het treasurystatuut hebben we in 2019 licht aangepast, vastgesteld en aan de gemeenteraad aageboden. Het treasurystatuut voorziet onder meer in de mogelijkheid om derivaten in te zetten voor risicobeheersing, bijvoorbeeld bij te verwachten rentestijgingen. Het afgelopen jaar zijn geen derivaten gebruikt. Het gebruik van derivaten is zonder toestemming van de raad niet toegestaan.

Ook in 2021 heeft in het treasuryberaad afstemming plaatsgevonden over het te voeren treasurybeleid en over de transacties die daaruit volgden. Het treasuryberaad zorgt voor de informatievoorziening naar het college. Het financieringsresultaat is ook in 2021 nagenoeg binnen de begroting gebleven. Dit is verder toegelicht bij de Algemene dekkingsmiddelen.

Stadsschuld en financieringsbehoefte

De bruto stadsschuld bestaat uit de vaste en vlottende schulden, alsmede de verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen (overlopende passiva).

Schuld

Bedragen x € 1.000

Begin boekjaar

Einde boekjaar

verschil

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

278.324

291.310

12.986

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar

20.149

19.611

-538

Overlopende passiva

38.824

36.495

-2.329

Stadschuld

337.297

347.416

10.119

Waarvan langlopende leningen

274.844

287.938

13.094

Waarvan doorgeleende gelden

81.988

77.446

-4.542

De bruto stadsschuld is in 2021 toegenomen met € 10,1 miljoen. Deze stijging komt voor een groot deel door reguliere aflossingen op langlopende leningen ad € 19,2 miljoen. Het overige verschil wordt verklaard door een afname van de financiële verplichtingen die de gemeente heeft aan het einde van het boekjaar.

De vaste schulden bestaan voor het grootste deel uit langlopende leningen van banken en overige financiële instellingen. Een klein deel bestaat uit ontvangen waarborgsommen en vooruitontvangen afkoopsommen van derden voor erpachtovereenkomsten. Een deel van de langlopende leningen is weer doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties, SVN en ParkerenDelft BV.

Ontwikkeling leningenportefeuille

Per saldo is de leningenportefeuille met bijna € 18 miljoen toegenomen. De mutaties in de portefeuilles opgenomen geldleningen (o/g > 1 jaar) en uitgeleende geldleningen (u/g > 1 jaar) kunnen we als volgt weergeven.

Ontwikkeling leningenportefeuille

Bedragen x € 1.000

Begin boekjaar

leningen (o/g, u/g)

aflossingen

Eind Boekjaar

Opgenomen gelden

274.844

27.000

13.906

287.938

Uitgeleende gelden

81.988

249

4.790

77.446

Netto Financiering

192.856

210.492

Uitgezette geldleningen

In 2021 is de portefeuille uitgezette langlopende geldleningen in volume afgenomen met € 4,5 miljoen naar € 77,4 miljoen. Reguliere aflossingen van € 4,8 miljoen. Er is een lening verstrekt aan St. Kunstgras Sportpark Kruithuisweg ( € 175.000) en de vordering op de SVN is door een rente bijschrijving met ruim € 73.000 toegenomen.

Uitgezette geldleningen(UG lang)

Bedragen x € 1.000

begin boekjaar

einde boekjaar

Mutatie

Agentschap Financiën Amsterdam

52

52

-

Atletiekvereniging AV'40

48

-

-48

St. exploitatie sport ACC Concordia

345

307

-38

Budo Gouweleeuw

126

117

-9

Parkeren Delft BV

47.398

46.470

-928

St Kunstgras Sportpark Kruithuisweg

-

169

169

St Kunstgras Sportpark Kruithuisweg

50

-

-50

SV De Hollandse Leeuw

317

294

-23

Stichting DuWo

10.998

8.658

-2.340

Stichting Vestia Treasury

1.855

1.405

-450

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten

9.819

9.893

74

Vidomes Delft

9.348

8.895

-453

Woonbron Maasoevers

1.205

801

-404

Provincie Zuid-Holland

382

342

-40

Totaal UG lang

81.943

77.402

-4.541

Verdeling uitgezette leningen naar sector


Zoals uit bovenstaande figuur blijkt, bestaat de portefeuille uitgeleende gelden (u/g) met een omvang van € 77,4 miljoen voor 25,5% (€ 19 miljoen) uit leningen aan Delftse woningcorporaties. Verder is 60% (€ 46,4 miljoen) bij ParkerenDelft BV uitgezet. SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten) beheert voor de gemeente 12,8% (€ 9,8 miljoen) van de portefeuille. Het overige bestrijkt afgerond € 900.000 en is verdeeld over zes partijen.

De leningen aan woningcorporaties (25,5%) zijn verstrekt in het begin van de jaren negentig toen de gemeente nog een directe financieringsfunctie voor de woningbouwcorporaties had en deze werd gezien als ‘behorend tot de publieke taak’ van de gemeente. Halverwege de jaren negentig is deze functie beëindigd en zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt aan de corporaties.

Het risico dat de uitgezette leningen niet worden terugbetaald, wordt als laag ingeschat. ParkerenDelft heeft het de laatste jaren financieel beter gedaan dan is geprognosticeerd. Jaarlijks toetst de onafhankelijke accountant van ParkerenDelft of sprake is van voldoende terugverdienmogelijkheden (impairmenttoets).

Rente

Voor zowel de korte rente (geldmarktrente) als de lange rente (kapitaalmarktrente) geldt dat deze in 2021 bijzonder laag is geweest. De laatste maanden in 2021 was er echter, zeker voor de lange rente, een duidelijke stijging te zien van het rentepercentage. De renteontwikkeling houden we nauwlettend in de gaten. De verwachting is dat de rentestanden, zowel voor kortlopende als langlopende leningen, in 2022 een duidelijke stijging zullen laten zien.

Het renteresultaat

Op grond van de Financiële verordening moeten we inzicht bieden in de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie en in de omslagrente. Het renteschema zoals de commissie BBV dat adviseert biedt dit inzicht.

Renteschema

Primaire begroting 2021

Bijgestelde begroting 2021

Realisatie 2021

Verschil

Rentedruk

Bedragen x € 1.000

a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering

7.751

7.751

7.750

1

1,8%

b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering

2.272

2.272

2.348

76

0,6%

Totaal door te rekenen externe rente

5.479

5.479

5.402

77

1,3%

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

93

-93

c2. De rente van projectfinanciering toegerekend aan taakvelden.

-

Saldo door te rekenen externe rente

5.479

5.479

5.309

170

d1. Rente over eigen vermogen

-

-

-

-

d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

-

-

-

-

De aan taakvelden (inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente

5.479

5.479

5.309

170

e. De aan taakvelden (inclusief Overhead) toegerekende rente (renteomslag)

5.909

5.909

5.934

-25

f. Renteresultaat op het taakveld treasury

430

430

625

195

Onder projectfinanciering wordt verstaan:het aantrekken van externe financiering voor een specifiek project. Financiering met eigen vermogen wordt niet aangemerkt als projectfinanciering. Er moet extern een lening zijn aangetrokken om het betreffende project te kunnen financieren. In het geval van projectfinanciering wordt inderdaad de voor die aangetrokken lening geldende rente toegerekend aan het betreffende project. Dit kan een ander percentage zijn dan wordt toegerekend op basis van de omslagrente.

De omslagrente wordt bij de begroting berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente (in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente moet vervolgens op consistente en eenduidige wijze worden toegerekend aan de individuele activa. Het is niet toegestaan om per investering te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage.

De totaal door te rekenen externe rente is € 5,4 miljoen negatief (werkelijke rentelasten € 7,8 miljoen -/- werkelijke rentebaten € 2,3 miljoen). Als rekening wordt gehouden met de doorbelaste rente aan grondexploitaties (€ 93.000) en de aan de overige taakvelden bedraagt het renteresultaat € 0,6 miljoen.

Indien de werkelijke rentelasten afwijken van de rentelasten die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend, kan de gemeente besluiten tot correctie. Deze correctie is verplicht indien de afwijking groter is dan 25%. Over het afgelopen boekjaar is deze verplichting niet van toepassing omdat het afwijkingspercentage onder de 25% ((€ 0,6 miljoen/€ 5,3) miljoen*100% = 11%) blijft. Het gebruikte percentage voor de omslagrente (2%) behoeft daarom geen aanpassing.

Om te bepalen of de stadsschuld betaalbaar is, kijken we naar de rentedruk. Hiermee laten we het aandeel van de rentekosten in de begroting zien. Hoe hoger de rentedruk, hoe minder ruimte er is voor andere uitgaven. In het verslagjaar is de bruto rentequote 1,8% (norm: lager dan 5%) en de netto rentequote 0,6% (norm: lager dan 2,5%).

Renterisico's

De wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) hanteert twee normen voor het beheersen van het renterisico, te weten de renterisiconorm en de kasgeldlimiet:

  • Renterisiconorm
    Als de gemeente nieuwe geldleningen aantrekt of oude leningen aflost en moet herfinancieren, ontstaat daarover een renterisico. De wet FiDO stelt een maximum aan het bedrag waarover de gemeente in enig jaar een renterisico mag lopen. Deze zogenaamde renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal op 1 januari van het betreffende jaar.
    Onderstaande tabel geeft inzicht in het renterisico op de vaste schuld, in relatie tot de norm zoals die is voorgeschreven in de wet FiDO. Delft is ruim onder de wettelijke norm gebleven.

Renterisico-norm en renterisico's

Bedragen x € 1.000

2021

1a. Renteherziening op vaste schuld o/g

-

1b. Renteherziening op vaste schuld u/g

-

2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)

-

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld

27.000

3b. Nieuwe verstrekte lange leningen

250

4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)

26.750

5. Betaalde aflossingen

13.906

6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5)

13.906

7. Renterisico op vaste schuld (2+6)

13.906

Renterisiconorm

8. Begrotingstotaal

380.000

9. Percentage vastgesteld per ministeriele regeling

20%

10. Renterisiconorm (8 x 9)

76.000

Toets renterisiconorm

10. Renterisiconorm

76.000

7. Renterisico op vaste schuld

13.906

11. Ruimte(+) Overschrijding (-); (10-7)

62.094

  • Kasgeldlimiet
    Om het renterisico op de vlottende schuld te beheersen, hanteert de wet FiDO een kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het gemiddelde saldo van de korte vlottende schuld en de korte vlottende middelen per kwartaal. Dit saldo mag niet meer zijn dan 8,5% van de totale begroting van de gemeente. Als het saldo groter is en dit meer dan drie opeenvolgende kwartalen het geval is, moet er geld worden aangetrokken voor een periode langer dan een jaar.
    Het beleid van Delft is enerzijds gericht op beheersing van en sturing op kasstromen en anderzijds op minimalisatie van de rentelasten. De gemeente mag de kasgeldlimiet gedurende een aaneengesloten periode van drie kwartalen overschrijden zonder dat de provincie om ontheffing moet worden gevraagd. Het Treasuryberaad maakt daarover een afweging. Onderstaande tabel laat zien dat de kasgeldlimiet in 2021 niet is overschreden.

Kasgeldlimiet

Bedragen x € 1.000

kwartaal 1

kwartaal 2

kwartaal 3

kwartaal 4

Vlottende korte schuld

Maand 1

Maand 2

Maand 3

Vlottende middelen

Maand 1

50.577

63.840

109.832

103.938

Maand 2

37.160

75.355

104.401

105.877

Maand 3

67.180

88.724

106.430

108.343

Netto vlottende schuld

Maand 1

Maand 2

Maand 3

Totaal netto vlottende schuld

-51.639

-75.973

-106.888

-106.053

Toets kasgeldlimiet

Totaal netto vlottende schuld

-51.639

-75.973

-106.888

-106.053

Toegestande kasgeldlimiet

32.300

32.300

32.300

32.300

Ruimte (+) of overschrijding (-) van de limiet

83.939

108.273

139.188

138.353

Begrotingstotaal (*)

380.000

Percentage vastgesteld per ministeriele regeling

8,5%

Kasgeldlimiet

32.300

* totaal bedrag van de baten

Garantieportefeuille

De gemeente Delft staat ultimo 2021 voor de verschillende partijen in totaal voor € 16,4 miljoen garant. Ultimo 2020 was dit € 17,6 miljoen. Als zekerheid tegenover de garanties heeft de gemeente in nagenoeg alle gevallen het recht van eerste hypotheek op onroerende zaken.

Verdeling en ontwikkeling garantieportefeuille

Daarnaast heeft de gemeente Delft nog een achtervangverplichting bij de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) van € 741 miljoen (was eind 2020 € 731 miljoen).

Eind 2014 is de gemeente gestopt met een generieke achtervang bij het WSW. Sindsdien bekijken we per geval of de gemeente borging gaat/wil verlenen aan het WSW voor de woningcorporaties die actief zijn in Delft.

Dit is een publicatie van

Gemeente Delft

Postbus 78, 2600 ME

Telefoonnummer 14015

Zie ook

www.delft.nl

ris.delft.nl

Social media